Kindertelefoon bekender dan jeugdzorg
De Kindertelefoon is onder allochtone jongeren een zeer bekend adres om aan te kloppen als er problemen zijn. Het Bureau Jeugdzorg, de officiële instantie om jongeren met problemen en hun ouders te helpen, is daarentegen nauwelijks bekend.
Het Jongeren Informatie Punt (JIP), een door de overheid betaalde vraagbaak voor jongeren, scoort helemaal bedroevend slecht.
Dat stellen onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen in een gepresenteerd rapport. De wetenschappers hebben voor de Gelderse fracties van GroenLinks en de SP onderzocht hoe allochtone jongeren en hun ouders tegen jeugdzorg aankijken.
Gelderland heeft de afgelopen jaren heel veel extra geld in de jeugdzorg gestoken, maar de allochtone doelgroep blijkt nauwelijks te bereiken. De fracties wilden weten hoe dat komt.
De Kindertelefoon is volgens de onderzoekers zo bekend omdat de instantie veel reclame maakt en aan gerichte voorlichting doet. Op scholen wordt ook veel gepraat over de Kindertelefoon. Het Bureau Jeugdzorg zou een vergelijkbare publiciteitscampagne moeten starten. Internet is de aangewezen plek, menen de onderzoekers, want televisie en kranten zijn als informatiebronnen bij jongeren helemaal uit.
Allochtone jongeren komen relatief veel met jeugdzorg in aanraking, maar meestal pas als het al te laat is. Ook stoppen de jongeren vaak voortijdig met een behandeltraject. Volgens de onderzoekers komt dat, omdat allochtone jongeren zich niet op hun gemak voelen met de Nederlandse benadering van veel hulpverleners. Die proberen vooral de problemen bespreekbaar en hanteerbaar te maken, terwijl een jongere van niet-Nederlandse afkomst juist een directieve houding verwacht.
De wetenschappers stellen dat het aantal allochtone cliënten bij jeugdzorg zal toenemen. Daarom is veel meer onderzoek nodig naar cultuurverschillen, problematiek en behandelmethodes. Het aanleggen van een landelijke informatiebank zou een goed hulpmiddel kunnen zijn.