Jonge onderzoekers moeten langer dan drie of vier jaar na hun afstuderen aan de universiteit de tijd krijgen om te promoveren. Dat zou vrouwen meer mogelijkheden geven om een loopbaan in de wetenschap te combineren met de zorg voor kinderen.

Dat heeft Th. Bovens, voorzitter van het college van bestuur van de Open Universiteit in Maastricht voorgesteld. Bovens sprak op een symposium in het kader van Internationale Vrouwendag.

De afgelopen jaren studeren er gemiddeld iets meer vrouwen dan mannen af aan Nederlandse universiteiten. Maar voor verreweg de meesten volgt daarop geen wetenschappelijke loopbaan. Van de assistenten in opleiding is nog ruim 40 procent vrouw, het percentage vrouwelijke hoogleraren ligt op 8,5.

Vrouwen die voor het moederschap kiezen, kunnen daardoor meestal enige jaren niet op de hoogte blijven van de actuele stand van de wetenschap. Door de termijn voor de zogeheten aios's en oio's te verrruimen tot acht jaar op parttime basis, zouden ze meer carrièrekansen krijgen.