Aantal hardrijders rond grote steden gedaald
De trajectcontrole rond Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag heeft ervoor gezorgd dat het aantal weggebruikers dat harder rijdt dan toegestaan sterk daalt. Dat blijkt uit eerste cijfers van Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie (BVOM).
Uit de cijfers van het BVOM blijkt dat 85 tot 99 procent van de automobilisten zich houdt aan de snelheidslimiet. Voor de invoering van de trajectcontrole reed naar schatting 20 procent van de weggebruikers te hard. Dit percentage is op de meeste baanvakken sterk gedaald.
Sinds 1 november geldt rond de vier grote steden een maximale snelheid van 80-kilometer per uur. De eerste weken na de invoering stonden er meer files dan voorheen. De 'nieuwe' files zouden ontstaan doordat automobilisten op de rem gaan staan bij het naderen van de zones. Sinds begin december 2005 is de trajectcontrole in werking gesteld en worden alle auto's gecontroleerd op hun snelheid.
De trajectcontrole houdt bij Amsterdam het verkeer in de gaten op de A10 West tussen knooppunt Nieuwe Meer en Coentunnel, bij Rotterdam op de A20 tussen knooppunt Kleinpolderplein en Terbregseplein en bij Utrecht het verkeer op de parallelbanen A12 tussen knooppunt Oudenrijn en Lunetten. Bij Den Haag wordt het verkeer tussen het Prins Clausplein en de Utrechtsebaan, de A12, gecontroleerd. In alle steden wordt de snelheid in beide richtingen gemeten.