De worsteling met verheerlijking terreur
Minister Donner is niet van plan de verheerlijking van terreurdaden en geweld bij wet te verbieden. De Tweede Kamer is verdeeld over het apologievraagstuk. Ook Groot-Brittannië worstelt met het vraagstuk.
Abdul-Jabbar van de Ven uitte vorig jaar in het praatprogramma van Andries Knevel een doodswens tegen Kamerlid Geert Wilders. De Tweede Kamer vroegen daarop Donner na te gaan wat tegen dit soort uitlatingen kan worden gedaan. Nu vrezen D66, VVD, GroenLinks en de SP dat een verheerlijkingsverbod de vrijheid van meningsuiting in het gedrang brengt.
Donner zegt niet de vrijheid van meningsuiting te willen inperken, maar hij zoekt wel naar een manier om tegen te gaan dat mensen willens en wetens ernstige misdrijven verheerlijken om bewust de samenleving te schokken en de openbare orde ernstig te verstoren.
Het ontwerpen van terreurwetgeving is een voortdurende strijd tussen een hardere aanpak van terroristen en bescherming van burgervrijheden. Ook in Groot-Brittannië worstelt de politiek met de vraag of verheerlijking van terreur verboden moet worden.
Woensdag kreeg de regering van de oppositie én zijn eigen Labour-parlementariërs de wind van voren tijdens een debat over de omstreden nieuwe terreurwetten. Minister van Binnenlandse Zaken Charles Clarke heeft het onderdeel van de verheerlijking al afgezwakt. Volgens critici is de definitie van verheerlijking te vaag en kan het te ruim geïnterpreteerd worden.
De Britse moslimgemeenschap volgt de wetgeving met argusogen. Sinds de aanslagen in Londen voelen moslims zich gestigmatiseerd. De gemeenschap voelt weinig voor het voornemen van de regering om boekwinkels die extremistische literatuur verkopen aan te pakken, omdat dit een aantasting is van de vrijheid van meningsuiting. Bovendien vrezen ze voor een heksenjacht. Critici waarschuwen bovendien dat de regering riskeert de steun van de moslimgemeenschap te verliezen, die juist cruciaal is om terroristen op te sporen.
Ook vanuit de academische hoek is er vrees voor de wet. Vorige maand waarschuwden universitair docenten dat de wet de academische vrijheid inperkt. Professors en wetenschappers lopen het risico zich schuldig te maken aan strafbare feiten als ze onderwijzen over controversiële onderwerpen, of er onderzoek naar doen.
Het gaat om hoogleraren die bijvoorbeeld over Noord-Ierland en islamitisch terrorisme doceren. Maar ook scheikundigen, die dagelijks werken met chemische stoffen die ook voor de vervaardiging van explosieven gebruikt kunnen worden, zouden vervolgd kunnen worden, vreest de Association of University Teachers (AUT).
De bond van universitair docenten wil dat in de wet nadrukkelijk wordt opgenomen dat iemand doelbewust terreurdaden verheerlijkt, zodat personen die dat onbedoeld doen vrijuit gaan.
Andere Europese landen hebben de verheerlijking van terreur nog niet strafbaar gesteld. Spanje, dat op 11 maart 2004 te maken kreeg met islamitisch terrorisme, heeft geen wet om haat predikende imams te vervolgen. Wel zinspeelde minister van Binnenlandse Zaken José Antonio Alonso Suárez deze zomer op maatregelen toen hij zei dat Spanje ‘preken die terrorisme voeden niet kan tolereren’.
Italië, dat vanwege zijn steun aan de Irak-oorlog een verhoogd risico op aanslagen loopt, heeft verheerlijking van terreur niet strafbaar gesteld in de nieuwe terreurwetgeving dit deze zomer door het parlement werd geloodst.
Het Europees Parlement verwierp eerder dit jaar een initiatiefvoorstel, waarin ook de verheerlijking van terreurdaden verboden werd gesteld. “Het stuitte op te veel juridische problemen”, legt PvdA-europarlementariër Edith Mastenbroek uit aan Planet.nl. “Want hoe bepaal je wat burgers tijdens demonstraties mogen roepen, hoe bepaal je wat ze wel en niet op een spandoek mogen zetten? Het is heel moeilijk om dat juridisch sluitend te maken. Bovendien druis je als overheid in tegen het principe dat je alles moet kunnen zeggen.”
De Europese Commissie heeft een nieuw pakket maatregelen tegen terrorisme gepresenteerd, en Mastenbroek verwacht dat de discussie over het verbieden van verheerlijking opnieuw zal opspelen.
Veel landen willen imams die haat prediken het land uit te zetten. Dat stuit echter ook op juridische problemen. Mensenrechtenverdragen verbieden uitzetting van personen naar landen waar ze waarschijnlijk gemarteld zullen worden of de doodstraf krijgen.